Ik verhandel, makel of zamel afval in

Identificatieformulier (IDF)

Bij transporten van afvalstoffen moet een digitaal identificatieformulier aanwezig zijn.


Bij elk transport van afvalstoffen moet een identificatieformulier aanwezig zijn, behalve in het geval van enkele uitzonderingen. De verantwoordelijkheid voor de opmaak en inhoud ervan ligt bij de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar, of de afvalstoffenproducent die zelf regelingen treft voor zijn afvalstoffen. Het transport van de afvalstoffen mag pas vertrekken als er een identificatieformulier aanwezig is.

Sinds 2023 is het verplicht om een digitaal identificatieformulier te gebruiken, afgeleverd door een systeem dat door de OVAM werd goedgekeurd. Momenteel zijn volgende systemen goedgekeurd:​​​​​

Systeem Website Drieletter-
code
Voor wie?
Pionira https://www.pionira.be/ PIO Brede publiek 
Ubidata https://www.info.ubidata.com/nl/ewaste/ UBI Brede publiek 
DigiForm https://www.digiform.be/ DGF Brede publiek 
OMS SOFTWARE  https://oms4business.com/ OMS Brede publiek 
LZP https://lzp.nl/ LZP Brede publiek 
VESTA GROUP (systeem WasteDesk) https://wastedesk.io/ WDS Brede publiek 
Trustteam https://www.trustteam.be/nl/e-identificatieformulier   ZEN Brede publiek
Dashdoc https://www.dashdoc.com/nl/ DAS Brede publiek
Flagstone https://flagstone.tech/ FLA Brede publiek
Aplikas https://aplikas.be/identificatieformulier/ APL Brede publiek
QEOS https://www.qeos.be/ SEO Brede publiek
HEMMIS (voor bedrijf GRCT)  - HEG Bedrijfseigen systeem 
HEMMIS (voor bedrijf Geo-Group, afdeling WWT Geel)  -  HEW Bedrijfseigen systeem 
VESTA GROUP (systeem FormDesk) https://formdesk.io/ FDS Brede publiek
Wie is verantwoordelijk voor het identificatieformulier?

De verantwoordelijkheid voor de opmaak en inhoud van het identificatieformulier ligt bij de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar (IHM), of de afvalstoffenproducent die zelf regelingen treft voor eigen afvalstoffen

De IHM, afvalstoffenproducent en verwerker dragen de verantwoordelijkheid om elk een kopie van het formulier gedurende minstens 5 jaar te bewaren

De vervoerder mag niet vertrekken indien er geen identificatieformulier is en deze wel vereist is. Wanneer een toezichthouder het formulier opvraagt, moet deze getoont kunnen worden. De vervoerder dient de start en het einde van het transport te registreren.

Wanneer moet u geen identificatieformulier opmaken?

De enige uitzonderingen op het identificatieformulier zijn de volgende:

  • Het gaat om huishoudelijke afvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
    Het gaat om met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
    Het gaat om niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
  • U bent een particulier die zijn afvalstoffen naar inzamelpunten van afvalstoffen brengt.
  • U bent een zelfstandige of kleine ondernemer met minder dan tien werknemers en brengt afvalstoffen die u zelf produceerde naar een inzamelpunt. Bovendien bent u geen afvalstoffenverwerker.
  • U produceerde de afvalstoffen zelf door onderhoudsdiensten te verlenen aan derden en brengt die afvalstoffen naar uw bedrijfsterrein of naar een verwerkingsinrichting. 
  • U bent een leverancier van goederen en brengt in het kader van de terugnameplicht, de aanvaardingsplicht of vrijwillige terugname, ter gelegenheid van een levering van goederen, lege verpakkingen of afgedankte goederen naar uw bedrijfsterrein of naar een inzamelpunt voor afgedankte goederen.
  • U bent houder van afvalstoffen en brengt die in het kader van de terugnameplicht, de aanvaardingsplicht of een vrijwillige terugname terug naar uw leverancier van soortgelijke goederen.
  • U bent een kringloopcentrum of hergebruikcentrum voor elektrische of elektronische apparatuur (EEA) dat ingezamelde en afgedankte EEA, die een visuele voorselectie op herbruikbaarheid hebben ondergaan, vervoert naar een hergebruikcentrum voor EEA, met het oog op de voorbereiding tot hergebruik.
  • U bent een afvalstoffenproducenten die uw afvalstoffen via pijpleidingen vervoert.
  • U bent een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die niet-gevaarlijke afvalstoffen van een recyclagepark naar een inzamelpunt of naar een verwerkingsinrichting brengt.
  • U bent een afvalstoffenproducent die in het kader van een collectieve regeling met andere bedrijven die gevestigd zijn op hetzelfde bedrijventerrein, de eigen bedrijfsafvalstoffen vervoert naar een inzamelpunt van afvalstoffen op het bedrijventerrein waar u zelf gevestigd bent, en dat alleen voor die bedrijven bedoeld is, waarbij tijdens het transport het terrein niet verlaten wordt of de kortste route genomen wordt. Het bedrijventerrein is officieel ruimtelijk bestemd als bedrijventerrein en bevindt zich niet in een zeehavengebied.
  • Het gaat om dierlijke afvalstoffen volgens het besluit dierlijke bijproducten en afgeleide producten.

De uitzonderingen op het gebruik van een identificatieformulier geldt met behoud van de verplichting van een afgiftebewijs (zie hieronder) bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen. U moet voor deze transporten van afvalstoffen dus wel een afgiftebewijs ontvangen. 

Voor landsgrensoverschrijdende transporten voldoen andere documenten als identificatieformulier:

Welke gegevens moet het identificatieformulier bevatten?

Het identificatieformulier bevat ten minste volgende gegevens:

  • uniek volgnummer dat start met een drielettercode die het systeem identificeert waarmee het identificatieformulier werd aangemaakt;
  • datum van vervoer;
  • het identificatienummer, de naam en het adres van de vestigingseenheid van de afvalstoffenproducent en in geval van zeeschepen de naam van het schip en het adres van de ligplaats, of van de afvalstoffenverwerker die de afvalstoffen afvoert, en het adres van verzending van de afvalstoffen;
  • het identificatienummer, de naam en het adres van de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar, als dat van toepassing is;
  • het identificatienummer, de naam en het adres van de vervoerder;
  • het identificatienummer, de naam en het adres van de vestigingseenheid van de verwerker, met vermelding van de aard van de verwerking  (R- of D-code). U gebruikt steeds de R- en D-code van de eerstvolgende stap in de verwerking;
  • omschrijving, hoeveelheid in ton en de EURAL-codes van de afvalstoffen.
  • de geo-locatie van de start van het transport en de geo-locatie van de afgifte van de afvalstoffen door de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of –makelaar of de afvalstoffenproducent die zelf regelingen treft voor zijn afvalstoffen.

Het identificatieformulier voor gevaarlijke afvalstoffen bevat daarnaast ook volgende informatie:

  • gebruikte techniek van de verwerking;
  • chemische samenstelling van de afvalstoffen;
  • fysische eigenschappen van de afvalstoffen;
  • type verpakkingen;
  • aantal verpakkingen;
  • speciale instructies voor het transport, indien van toepassing.

Met identificatienummers van afvalstoffenproducenten, vervoerders van afvalstoffen, inzamelaars, afvalstoffenhandelaars of -makelaars, of afvalstoffenverwerkers worden volgende identificatienummers bedoeld:

- voor Belgische ondernemingen: het ondernemingsnummer, zoals toegekend in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
- voor ondernemingen, gevestigd in het buitenland: het btw-nummer en, als er geen btw-nummer beschikbaar is, het EORI-nummer dat in het kader van de douaneverplichtingen wordt toegekend aan een onderneming;
- voor Belgische vestigingseenheden: het vestigingseenheidsnummer, zoals toegekend in de Kruispuntbank van Ondernemingen;
- voor buitenlandse vestigingseenheden: het identificatienummer van de onderneming, gecombineerd met het adres van de vestigingseenheid;
- voor zeeschepen: het IMO-nummer of MMSI-nummer, gecombineerd met het adres van de ligplaats van het schip;
- voor particulieren: de aanduiding “particulier”. De afvalstoffenproducent is verplicht om het identificatienummer van de productieplaats van de afvalstoffen mee te delen aan de inzamelaar, de afvalstoffenhandelaar of -makelaar of de afvalstoffenverwerker als die daarom vraagt, met het oog op een efficiënte tracering van de afvalstoffen.

Als de afvalstoffenproducent ondanks de verplichting het vestigingseenheidsnummer van de productieplaats niet meedeelt aan de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar of de afvalverwerker, kunnen die het identificatienummer van de onderneming gebruiken als identificatienummer, gecombineerd met de naam en het adres van de vestigingseenheid.

Voor een digitaal identificatieformulier moet er gebruik gemaakt worden van een door OVAM goedgekeurd systeem.

De gegevens moeten ingevuld zijn vóór het vervoer aanvangt. Als de hoeveelheid niet kan bepaald worden voor het vertrek, mag de hoeveelheid ingevuld worden op de plaats van bestemming en moeten de gegevens aan alle relevante actoren bezorgd worden.

Wat is een afgiftebewijs?

Iedere afgifte van bedrijfsafvalstoffen aan een vergunde verwerker of een geregistreerde inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar gebeurt tegen de ontvangst van een afgiftebewijs.
Een identificatieformulier voldoet als afgiftebewijs.
Er zijn geen uitzonderingen op het afleveren van een afgiftebewijs.

Het afgiftebewijs vermeldt:

  • datum van afgifte;
  • naam en woonplaats van de producent of de inrichting waarvan de afvalstoffen in ontvangst worden genomen;
  • naam en woonplaats van de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie de afvalstoffen worden afgegeven;
  • aard, herkomst, samenstelling en hoeveelheid van de afgegeven afvalstoffen;
  • beoogde verwerkingswijze.

De houders van bedrijfsafvalstoffen moeten het afgiftebewijs op elk moment kunnen voorleggen tot en met vijf jaar na de datum van de afgifte van de afvalstoffen.

Als het gaat om afvalstoffen die in één ophaalronde bij verschillende producenten worden opgehaald, volstaat een afgiftebewijs dat achteraf (binnen de maand) wordt opgestuurd of afgegeven (bijvoorbeeld de factuur waarop de nodige gegevens worden vermeld).
Bij de inzameling van afval van zeeschepen zorgt de inzamelaar ervoor dat het afvalontvangstbewijs (overeenkomstig art. 5.2.10.7 en bijlage 5.2.10.B van VLAREMA) zonder onnodige vertraging aan de kapitein van het schip wordt verstrekt.

Wanneer het identificatieformulier ook als afgiftebewijs gebruikt wordt, moet het voor vertrek worden ondertekend en gedateerd door de afvalstoffenproducent die zelf regelingen treft voor zijn afvalstoffen, of door de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of – makelaar, en op de plaats van bestemming door de verwerker worden gedateerd en voor ontvangst ondertekend.

Hoe gebruikt u het identificatieformulier?

Vóór het transport
De gegevens zijn ingevuld, ondertekend en gedateerd door de afvalstoffenproducent die zelf regelingen treft voor zijn afvalstoffen of door de inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar voor het vervoer aanvangt. Als de hoeveelheid niet duidelijk is voor het vertrek, mag die pas op de plaats van bestemming ingevuld worden.

De vervoerder mag het vervoer slechts aanvatten op voorwaarde dat het identificatieformulier aanwezig is.

Er zijn enkele uitzonderingen waar er geen identificatieformulier nodig is, te lezen bovenaan deze webpagina.

De afvalstoffenproducent ontvangt een kopie van het ingevulde identificatieformulier en bewaart die kopie minstens vijf jaar.

Tijdens het transport
De vervoerder registreert de start van het transport.

Het ingevulde en ondertekende identificatieformulier vergezelt de afvalstoffen. De vervoerder toont het formulier op vraag van inspecterende diensten.

Op de bestemming
De finale hoeveelheid wordt ingevuld (indien dit nog niet het geval was).

De vervoerder registreert de afgifte van de afvalstoffen.

Het identificatieformulier wordt door de verwerker gedateerd en voor ontvangst ondertekend.

De verwerker en de afvalstoffenproducent ontvangen een kopie van het volledig ingevulde identificatieformulier en bewaren die kopie minstens vijf jaar.

Na het transport
Indien na het transport het gewicht op het identificatieformulier nog wordt gewijzigd, ontvangen de verwerker en de afvalstoffenproducent nogmaals een kopie van het nu finale identificatieformulier.

De IHM, de verwerker en de afvalstoffenproducent bewaren elk het volledig ingevulde identificatieformulier gedurende een periode van minimaal vijf jaar.

Als de afvalstoffen na behandeling of tussenopslag verder worden vervoerd, is er een nieuw identificatieformulier nodig, behalve indien de tussenopslag een laad- of loskade voor intermodaal transport betreft. U gebruikt op het formulier steeds de R- en D-code van de eerstvolgende stap in de verwerking.

Hoe lang bewaart u het identificatieformulier?

De IHM (inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar), de verwerker en de afvalstoffenproducent bewaren elk het volledig ingevulde identificatieformulier gedurende een periode van minimaal vijf jaar.

Digitale identificatieformulieren moeten niet afgedrukt worden om te bewaren. 

Digitale identificatieformulieren

Sinds wanneer zijn identificatieformulieren verplicht digitaal?

Sinds 1 januari 2023 is het verplicht om een digitaal identificatieformulier te gebruiken, afgeleverd door een systeem dat door de OVAM is goedgekeurd.

Sinds 1 januari 2024 wordt hier ook op beboet. 

Welke systemen bestaan er voor digitale identificatieformulieren?

Volgende systemen zijn goedgekeurd:

Systeem Website drielettercode Voor wie?
Pionira https://www.pionira.be  PIO Brede publiek
Ubidata https://www.info.ubidata.com/nl/ewaste  UBI Brede publiek
DigiForm https://www.digiform.be  DGF Brede publiek
OMS SOFTWARE https://oms4business.com  OMS Brede publiek
LZP https://lzp.nl  LZP Brede publiek
VESTA GROUP (systeem WasteDesk) https://wastedesk.io WDS Brede publiek
Trustteam https://www.trustteam.be/nl/e-identificatieformulier ZEN Brede publiek
Dashdoc https://www.dashdoc.com/nl/wam DAS Brede publiek
Flagstone https://flagstone.tech FLA Brede publiek
Aplikas https://aplikas.be/identificatieformulier APL Brede publiek
QEOS https://www.qeos.be SEO Brede publiek
HEMMIS (voor bedrijf GRCT) - HEG Bedrijfseigen systeem
HEMMIS (voor bedrijf Geo-Group, afdeling WWT Geel) - HEW Bedrijfseigen systeem
VESTA GROUP (systeem FormDesk) https://formdesk.io FDS Brede publiek

 

 

Hoe kan ik mijn systeem voor digitale identificatieformulieren laten goedkeuren?

Een goedkeuring aanvragen voor een systeem voor het afleveren van digitale identificatieformulieren, is geen eenvoudige procedure.

Indien u een systeem voor het afleveren en beheren van digitale identificatieformulieren heeft ontwikkeld of dit van plan bent, kan u contact opnemen met de OVAM om af te stemmen of alle noodzakelijke elementen geïmplementeerd zijn. De voorwaarden waaraan het systeem moet voldoen zijn opgenomen in het VLAREMA in onderafdeling 6.1.5. Daar staat ook de procedure van goedkeuring beschreven. 

Aanvullende informatie op de wetgeving vindt u op https://ovam.vlaanderen.be/technische-documentatie-digitale-identificatieformulieren.  

Moeten alle identificatieformulieren van afvaltransporten in Vlaanderen digitaal zijn?

Alle afvaltransporten waarvoor een identificatieformulier nodig is, moeten vergezeld gaan van een digitaal identificatieformulier.

De enige uitzondering op de verplichting tot digitale identificatieformulieren geldt voor grensoverschrijdende afvaltransporten. Bij deze transporten moet een vervoersdocument of bijlage VII-document aanwezig zijn dat voldoet aan de eisen van de EVOA-verordening. Als dit papieren documenten zijn, is dit toegelaten omdat de Europese EVOA-verordening hoger in de wetgevingshiërarchie staat dan de Vlaamse wetgeving.

Zijn digitale identificatieformulieren ook geldig in andere gewesten?

Digitale identificatieformulieren die zijn afgeleverd door een door OVAM goedgekeurd systeem, kunnen ook geldig zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als het systeem ook daar goedgekeurd is. Indien dit voor u belangrijk is, raden wij u aan om mogelijke dienstenleveranciers hierover te bevragen.

Het Waalse Gewest publiceerde een circulaire waarin staat vermeld dat de systemen die door OVAM of door Brussel Leefmilieu zijn goedgekeurd, gebruikt kunnen worden in Wallonië, indien deze systemen voldoen aan de voorwaarden die in de circulaire vermeld worden. 

Wat betekent dit voor mijn vervoerders?

De vervoerder moeten de start en het einde van het transport registreren en eventueel andere gegevens toevoegen aan het formulier, daarnaast dient de vervoerder het document te kunnen tonen aan een toezichthouder. Om dit te kunnen doen heeft die de nodige hardware en software nodig. Dit kan een GSM-toestel, tablet of boordcomputer zijn waarop een app geïnstalleerd is van het systeem voor de aflevering van digitale identificatieformulieren.

U vraagt best bij de beheerder van het systeem voor de aflevering van digitale identificatieformulieren welke specificaties gesteld worden aan de hardware en software waarover de vervoerder moeten kunnen beschikken.

De vervoerder zelf dient geen klant te worden bij het systeem om gebruik te kunnen maken van de app van het systeem. 

Moet een CMR (vrachtbrief) voor mijn afvaltransport digitaal zijn?

De CMR of vrachtbrief is een verplichting die opgelegd wordt in het kader van Europese en federale wetgeving. De wetgeving rond CMR en identificatieformulieren zijn onafhankelijk van elkaar.

U vraagt best bij de beheerder van het systeem voor de aflevering van digitale identificatieformulieren of zij ook een mogelijkheid hebben om een digitale vrachtbrief (e-CMR) te voorzien. Indien dit niet het geval is kan u werken met een digitaal identificatieformulier en een papieren CMR.

Wat gaat mij dat kosten?

Hoeveel het kost hangt af van welk systeem u gebruik maakt.

Bovenaan deze webpagina vindt u de lijst van goedgekeurde systemen. Afhankelijk van het systeem kan u een jaarkost, een kost per transport, of een combinatie van beide betalen. U onderhandelt best met enkele dienstverleners over de prijs voor uw specifieke situatie. U kan bij hen ook informeren of gebruikers en vervoerders specifieke hardware en/of software nodig hebben, om een goede kosteninschatting te kunnen maken.

Wat gebeurt er als ik blijf rijden met een papieren identificatieformulier?

Als u ook na 2023 met papieren identificatieformulieren blijft rijden loopt u het risico om bij een controle beboet te worden volgens de bestraffingsbepalingen van het materialendecreet.

Een tweede gevolg is dat ook de andere betrokkenen uit de keten (afvalstoffenproducent en afvalstoffenverwerker) niet in orde zijn met de wetgeving die verplicht om met digitale identificatieformulieren te werken. Zij zullen u waarschijnlijk ook aanspreken op uw gedrag en u vragen om zich in regel te stellen met de geldende wetgeving.

Handhaving heeft aangegeven dat begin 2024 het gebruik van papieren identificatieformulieren niet beboet zal worden indien het bedrijf dat de regelingen treft wel is aangesloten bij een systeem voor digitale identificatieformulieren, maar het door praktische redenen nog niet kan gebruiken. Dit neemt niet weg dat er steeds een volledig en correct ingevuld identificatieformulier dient aanwezig te zijn. 

Wanneer is een identificatieformulier nodig? 

Bij elk transport van afvalstoffen moet een identificatieformulier aanwezig zijn, behalve in het geval van enkele uitzonderingen, hieronder opgelijst. Daarnaast geven we enkele voorbeelden van wanneer het wel en niet nodig is. 
Wanneer moet u geen identificatieformulier opmaken?

De enige uitzonderingen op het identificatieformulier zijn de volgende:

  1. Het gaat om huishoudelijke afvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
    Het gaat om met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
    Het gaat om niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen die in één ophaalronde werden ingezameld.
  2. U bent een particulier die zijn afvalstoffen naar inzamelpunten van afvalstoffen brengt.
  3. U bent een zelfstandige of kleine ondernemer met minder dan tien werknemers en brengt afvalstoffen die u zelf produceerde naar een inzamelpunt. Bovendien bent u geen afvalstoffenverwerker.
  4. U produceerde de afvalstoffen zelf door onderhoudsdiensten te verlenen aan derden en brengt die afvalstoffen naar uw bedrijfsterrein of naar een verwerkingsinrichting. 
  5. U bent een leverancier van goederen en brengt in het kader van de terugnameplicht, de aanvaardingsplicht of vrijwillige terugname, ter gelegenheid van een levering van goederen, lege verpakkingen of afgedankte goederen naar uw bedrijfsterrein of naar een inzamelpunt voor afgedankte goederen.
  6. U bent houder van afvalstoffen en brengt die in het kader van de terugnameplicht, de aanvaardingsplicht of een vrijwillige terugname terug naar uw leverancier van soortgelijke goederen.
  7. U bent een kringloopcentrum of hergebruikcentrum voor elektrische of elektronische apparatuur (EEA) dat ingezamelde en afgedankte EEA, die een visuele voorselectie op herbruikbaarheid hebben ondergaan, vervoert naar een hergebruikcentrum voor EEA, met het oog op de voorbereiding tot hergebruik.
  8. U bent een afvalstoffenproducenten die uw afvalstoffen via pijpleidingen vervoert.
  9. U bent een inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar die niet-gevaarlijke afvalstoffen van een recyclagepark naar een inzamelpunt of naar een verwerkingsinrichting brengt.
  10. U bent een afvalstoffenproducent die in het kader van een collectieve regeling met andere bedrijven die gevestigd zijn op hetzelfde bedrijventerrein, de eigen bedrijfsafvalstoffen vervoert naar een inzamelpunt van afvalstoffen op het bedrijventerrein waar u zelf gevestigd bent, en dat alleen voor die bedrijven bedoeld is, waarbij tijdens het transport het terrein niet verlaten wordt of de kortste route genomen wordt. Het bedrijventerrein is officieel ruimtelijk bestemd als bedrijventerrein en bevindt zich niet in een zeehavengebied.
  11. Het gaat om dierlijke afvalstoffen volgens het besluit dierlijke bijproducten en afgeleide producten.

De uitzonderingen op het gebruik van een identificatieformulier geldt met behoud van de verplichting van een afgiftebewijs (zie hieronder) bij afgifte van bedrijfsafvalstoffen. U moet voor deze transporten van afvalstoffen dus wel een afgiftebewijs ontvangen. 

Grensoverschrijdend transport

Voor landsgrensoverschrijdende afvaltransporten voldoen andere documenten als identificatieformulier:

Als dit papieren documenten zijn, is dit toegelaten omdat de Europese EVOA-verordening hoger in de wetgevingshiërarchie staat dan de Vlaamse wetgeving.



Voor gewestgrensoverschrijdende afvaltransporten is er een digitaal identificatieformulier nodig. Van zodra een deel van het transport door Vlaanderen gaat, dient het identificatieformulier digitaal te zijn.

Ruimings- of reinigingsdienst

Denk hierbij aan de ruiming van septische putten, vetputten of het reinigen van mazouttanks. 

Een identificatieformulier is NIET nodig wanneer u met een vrachtwagen op verschillende plaatsen de septische put gaat ledigen en/of putten reinigt en deze afvalstoffen van de verschillende locaties samen afvoert naar uw bedrijfsterrein of naar een verwerker. (cfr uitzondering 1 van Artikel 6.1.1.2 §1 van het VLAREMA).
Wanneer de ophaling is gespreid over meerdere dagen (waar bijvoorbeeld de vrachtwagen overnacht op het bedrijfsterrein en de volgende dag de ophaalronde wordt verdergezet) en de inhoud van de vrachtwagen is niet geledigd, dan blijft het over dezelfde ophaalronde gaan. Wordt de inhoud van de vrachtwagen tussendoor geledigd, dan eindigd de ophaalronde bij het ledigen van de vrachtwagen en start een nieuw afvaltransport bij het opnieuw laden van de afvalstoffen. 

Voor het rechtstreeks afvoeren van één locatie naar een verwerker, moet u voldoen aan drie voorwaarden om geen identificatieformulier nodig te hebben (cfr uitzondering 3 van Artikel 6.1.1.2 §1 van het VLAREMA):
(1) u bent een zelfstandige of een kleine onderneming met minder dan 10 werknemers en
(2) u bent zelf geen afvalstoffenverwerker (dus geen rubriek 2 vergunning) en
(3) u voert eigen afvalstoffen af*. 
Heeft u meer dan 10 werknemers, of bent u vergund voor op- en overslag, of bent u vergund als afvalverwerker, of voert u afvalstoffen van derden af, dan heeft u wel een identificatieformulier nodig voor dit transport. 

*Wat zijn eigen afvalstoffen? U bent afvalstoffenproducent van afvalstoffen die vrijkomen bij activiteiten die door u zijn uitgevoerd. Hieronder enkele voorbeelden. 

De inhoud van de septische put, zijn afvalstoffen van de eigenaar van de put. Om deze afvalstoffen van derden af te voeren heeft u een registratie als IHM nodig. Dit wordt ook niet als onderhoudsdienst gezien. 

Voor het reinigen van tanks ligt het wat ingewikkelder wie de afvalstoffenproducent is: 

  • Als enkel de inhoud van een tank wordt geledigd en afgevoerd, dan zijn dit afvalstoffen van de eigenaar van de tank. 
  • Als een tankcleaner enkel een lege tank spoelt, dan is de tankcleaner de afvalstoffenproducent van het afvalspoelwater.
  • Als een tankcleaner eerst een tank ledigt (bijvoorbeeld een resterende fractie) en daarna spoelt, waarbij dit mengsel samen wordt afgevoerd, dan worden de afgevoerde afvalstoffen beschouwd als afvalstoffen van de eigenaar van de tank. 
Containerdienst/afvalophaler/schrootinzamelaar

Denk hierbij aan bedrijven die containers plaatsen bij bedrijven of particulieren en op een later tijdstip ophalen. Ook een ophaler van bijvoorbeeld oud ijzer valt hieronder.

Een identificatieformulier is NIET nodig voor een ophaalronde van niet-gevaarlijke afvalstoffen (uitz. 1 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1), dus wanneer u tijdens eenzelfde rit op verschillende plaatsen niet-gevaarlijke afvalstoffen ophaalt met één transportmiddel/wagen en deze afvalstoffen samen afvoert naar uw bedrijfsterrein of naar een verwerker.

Wanneer u een afzetcontainer gaat ophalen en een andere afzetcontainer er achter hangt, geldt dit niet als een ophaalronde en is er WEL een identificatieformulier nodig. 

Wanneer er gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen worden opgehaald in deze ophaalronde (bvb. accu’s, minerale oliën, toestellen die ozon bevatten zoals een koelkast) is er WEL een identificatieformulier nodig per adres voor iedere ophaling van gevaarlijke afvalstoffen. 

Wanneer de ophaalronde van niet-gevaarlijke afvalstoffen is gespreid over meerdere dagen (wanneer bijvoorbeeld de vrachtwagen overnacht op het bedrijfsterrein en de volgende dag de ophaalronde wordt verdergezet) en de inhoud van de vrachtwagen is tussendoor niet geledigd, dan valt dit onder eenzelfde afvaltransport. Voor deze ophaalronde is er GEEN identificatieformulier nodig. 
Wordt de vrachtwagen tussendoor geledigd, dan gaat het over meerdere afvaltransporten. Bekijk bij opslag op het bedrijfsterrein ook zeker of u hier een vergunning voor nodig hebt. Voor het transport van afvalstoffen opgeslagen op het bedrijfsterrein naar de verwerker heeft u WEL een identificatieformulier nodig. 

Als inzamelaar, afvalstoffenhandelaar of -makelaar (IHM) vervoert u afvalstoffen van derden, en valt u dus niet onder de uitzondering van de zelfstandige of kleine ondernemer met minder dan tien werknemers (uitz. 3 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1). 

Wanneer u niet onder één van de uitzonderingen valt, heeft u WEL een identificatieformulier nodig.
 

Gemeente

Bij een gemeente kunnen verschillende afvalstromen getransporteerd worden, waarvoor soms een uitzondering van toepassing is:

  • Bij een ophaalronde van huishoudelijke afvalstoffen , met huishoudelijke afvalstoffen vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen of niet-gevaarlijke bedrijfsafvalstoffen is er geen identificatieformulier nodig (denk aan ledigen van straatvuilnisbakjes); 
  • De houder van afvalstoffen die in het kader van de terugnameplicht, de aanvaardingsplicht of een vrijwillige terugname de afvalstoffen terugbrengt naar zijn leverancier van soortgelijke goederen heeft geen identificatieformulier nodig (denk aan retourneren van AEEA).  
  • Wanneer jullie niet-gevaarlijke afvalstoffen van een recyclagepark naar een inzamelpunt van afvalstoffen of naar een verwerkingsinrichting brengen;

Aangaande het al dan niet nodig zijn van een identificatieformulier werd door het VVSG een document opgemaakt waarin de verschillende pistes worden toegelicht. We verwijzen u dan ook door naar VVSG.

Aannemer van werken (grondwerken, renovatiewerken, afbraakwerken…)

Denk hierbij aan een aannemer van grondwerken of afbraakwerken. Ook een aannemer die renovaties aan woningen of gebouwen uitvoert.
De aannemer produceert afvalstoffen bv opgegraven verontreinigde grond, steenpuin… 

  • Er is GEEN identificatieformulier nodig voor het afvaltransport wanneer u een zelfstandige of een kleine onderneming bent met minder dan 10 werknemers en voor zover u zelf geen afvalstoffenverwerker bent (uitzondering 3 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1).

    De grens van 10 werknemers is van toepassing op de hele onderneming en niet enkel op het personeel dat bouwwerken uitvoert.
  • Bij renovaties kan het voorvallen dat u ter gelegenheid van levering van goederen de soortgelijke afgedankte goederen wegbrengt naar uw bedrijfsterrein of naar een inzamelpunt voor afgedankte goederen (uitzondering 5 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1). In dit geval heeft u ook GEEN identificatieformulier nodig.

    Enkele voorbeelden:
    • Plaatser van schrijnwerk of glaswerk neemt oude ramen, vensters of deuren mee na levering en installatie van nieuwe producten;
    • Dakwerker neemt oude dakpannen en dakhout mee na levering en/of plaatsing van nieuwe producten; 
    • Het plaatsen van een nieuwe gasketel waarbij de oude ketel en de verpakkingen worden meegenomen.
       
  • Indien u afvalstoffen terugbrengt naar de leverancier van soortgelijke goederen, heeft u ook GEEN identificatieformulier nodig (uitzondering 6 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1). 
    Dit kan bijvoorbeeld van toepassing zijn als fabrikanten van bouwmaterialen samen met de verkopers van bouwmaterialen, een systeem van vrijwillige inzameling zouden opzetten om de producten aan het einde van hun leven terug in te zamelen met het oog op recyclage, bijvoorbeeld isolatiematerialen, …
  • Haalt u niet-gevaarlijke afvalstoffen op in één voertuig in een ophaalronde bij meerdere werven, heeft u ook GEEN identificatieformulier nodig (uitzondering 1 VLAREMA Artikel 6.1.1.2 §1).
  • Grond die voldoet voor gebruik als bodem ikv VLAREBO is geen afval. Daarvoor is geen IDF en MATIS-melding nodig. 
    Meer concreet voor de verschillende grondcodes betekent dit het volgende:

    • Code 000: deze grond is nog niet onderzocht en valt dus onder het afvalstatuut (IDF en MATIS zijn nodig). Meestal gaat het hier om kleine hoeveelheden en kan je bijvoorbeeld onder de uitzondering vallen van de afvalproducent die geen avalverwerker is en die het afval zelf vervoert met minder dan 10 werknemers. Ook voor onderhoudswerken kleiner dan 1kubieke meter afval bestaat er een uitzondering.
    • Code 999: Deze grond is wel onderzocht maar niet geschikt voor gebruik onder VLAREBO en is dus steeds afval. Er is dus IDF en MATIS-melding nodig. Voor IDF kan eventueel een uitzondering van toepassing zijn.
    • Code 211: Deze grond is onderzocht en geschikt voor gebruik als bodem dus geen afval. IDF en MATIS-melding is niet nodig.
    • Code XY1: Deze grond is onderzocht en voldoet aan de voorwaarden voor bouwkundig bodemgebruik. Dit is dus geen afval. IDF en MATIS zijn niet nodig.

Wanneer u niet onder één van de uitzonderingen valt, heeft u WEL een identificatieformulier nodig.

Zie ook het document rond identificatieformulieren in de bouwsector op vraag van Bouwunie. 

Onderhoudsdiensten

Denk hierbij aan de schoorsteenveger of het onderhoud van de ketel. Door dit onderhoud kunnen er afvalstoffen ontstaan. 

Wanneer dit bedrijf de vrijgekomen afvalstoffen brengt naar het eigen bedrijfsterrein of een verwerkingsinrichting, dan is er GEEN identificatieformulier nodig. Het is in dat geval niet relevant hoeveel werknemers er zijn tewerkgesteld bij het onderhoudsbedrijf.

Bouw- en renovatiewerken worden niet als onderhoudsdienst gezien, zie hierboven bij ‘aannemer van werken’, tenzij het om zeer kleine renovaties gaat waarbij maximum 1 kubieke meter afval wordt meegenomen. 

Groenonderhoud

Voor het vervoer van afvalstoffen die vrijkomen bij tuin- en groenonderhoud geldt de uitzondering 4 (de afvalstoffenproducent van afvalstoffen die zijn ontstaan uit verleende onderhoudsdiensten bij derden, die de afvalstoffen naar zijn bedrijfsterrein of naar een verwerkingsinrichting brengt). Hiervoor is er geen identificatieformulier nodig. 

Onze excuses dat hiervoor foutief op de website stond dat groenonderhoud niet onder onderhoudsdiensten viel. 
Ophalen van herbruikbare materialen

Denk hierbij aan het ophalen van textiel of kledij, matrassen voor hergebruik, paletten voor hergebruik.

Wanneer enkel herbruikbare materialen worden opgehaald dan worden deze niet aanzien als een afvalstof en is er ook GEEN identificatieformulier voor nodig. 

Wanneer er een mix van herbruikbare materialen en afval wordt opgehaald (bijvoorbeeld bij een uithuiszetting of nog uit te sorteren textiel) dan wordt de combinatie als afval gezien. Hiervoor is er WEL een identificatieformulier nodig, tenzij de ophaling gebeurd via aan ophaalronde op verschillende adressen, dan is er GEEN identificatieformulier nodig. 

Voor de kringwinkels is er een apart document opgesteld, dat meer duiding geeft bij welke transporten al dan niet een identificatieformulier nodig is. 

De OVAM heeft ook vragen beantwoord op enkele info-sessies. In de documenten hieronder vindt u de antwoorden op deze vragen. 

Zie ook

Contactkaart Identificatieformulier

Hebt u een vraag over (digitale) identificatieformulieren? Stel ze hier:

Adres
Stationsstraat 110
2800 Mechelen
Route en bereikbaarheid
Telefoon
015/284.381
E-mail
identificatieformulier@ovam.be